donderdag 15 maart 2012

I love Ijsland

Hier heb ik wat info over het land dat mij erg interesseerd en waar ik al heel lang nog graag eens naartoe wil!

gegevens:

Land:
Ijsland

hoofdstad:
Reykjavik

volkslied:
Lofsöngur

munteenheid:
Ijslandse kroon

nationale feestdag:
17 juni


INFORMATIE IN EEN NOTENDOP
IJsland, dat ongeveer drie keer zo groot is als
Nederland, ligt in het noordelijke deel van de
Atlantische Oceaan net ten zuiden van de
poolcirkel. Het heeft een oppervlakte van
103.000 km² en is daarmee het op één na
grootste eiland van Europa, alleen Groot-
Brittannië is groter. IJsland is het meest
westelijk gelegen land van Europa.
Er wonen zo’n 300.000 mensen (2009) op
IJsland, hiervan woont ruim de helft in de
hoofdstad Reykjavík en zijn voorsteden. De
rest van de bevolking woont verspreid over
het land in de boerderijen en dorpjes. Het
binnenland is zo goed als onbewoond, het
bestaat vooral uit lavavelden, bergen,
rivieren, grind- en steenwoestijnen en gletsjers.
IJslanders spreken oud-Noors (ook wel Ijslands genoemd). Het is de oorspronkelijke taal die door de eerste eilandbewoners
gesproken werd. Tegenwoordig spreken en verstaan de meeste IJslanders Engels.
Veel IJslanders werken in de visserij en de visverwerkende industrie, deze sector neemt daarom ook ca.
72% van de uitvoer voor zijn rekening. Men richt zich vooral op de haring- en kabeljauwvangst. De
kabeljauw wordt ingevroren, gezout of gedroogd en is voornamelijk voor de export bestemd. De
haring wordt voornamelijk tot vismeel en visolie verwerkt. De uitvoer van vis is echter erg gevoelig door
de veranderingen en schommelingen van de prijzen, vanuit de overheid worden dan ook pogingen
gedaan de economie een bredere basis te geven. Men verwacht daarom veel van de ontwikkeling van
geothermische energie en het gebruik van waterkracht.
IJsland heeft geen fossiele brandstoffen zoals gas, olie of steenkool, deze moeten daarom ook
ingevoerd worden. Dat geld ook voor allerlei machines, drank en tabak. De belangrijkste handelspartners
zijn de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Japan, zij kopen van IJsland vooral vis,
kunstmest, aluminium en ijzerverbindingen.
Er is ook landbouw op IJsland, deze bestaat vooral uit veehouderijen, tuinbouw en akkerbouw. Een klein
deel van het land, ongeveer 10%, is geschikt voor akkerbouw. Dat komt omdat een groot deel van het
land bestaat uit bergen, lavavelden, gletsjers en puinwoestijnen. Men teelt er voornamelijk
aardappelen, suikerbieten, rapen en kolen.
Rond de hoofdstad vind je ook tuinbouw die bestaat uit het telen van bloemen, tomaten, druiven,
komkommers en verschillende zuidvruchten. Deze kassen worden verwarmd met het warme water
vanuit de bodem.
Ruim 22% van het landoppervlak wordt gebruikt voor de veeteelt, en dan vooral de rundveehouderij en
schapenteelt. De rundveehouderij zorgt voor de melkproductie en de schapenteelt voor het vlees en de
wol. Zo kan het land in de eigen behoeften aan vlees- en melkproducten voorzien. De wol, en dus ook
de textielindustrie, neemt ook een belangrijke plaats in in de IJslandse economie.
De overheid heeft met enkele maatregelen wel het aantal schapen weten terug te dringen om de
overproductie van vlees te beperken, maar ook een ander groot probleem, de erosie een halt toe te
roepen. Daarom propageert de overheid ook bebossing om de bodemerosie te voorkomen.
Toerisme is tegenwoordig ook een grootte bron van inkomsten. Het land wordt jaarlijks door bijna
300.000 mensen bezocht, zij komen af op het ruige landschap met de indrukwekkende geisers, vulkanen
en watervallen.
IJsland heeft niet officieel de commerciële walvisjacht afgezworen, maar in augustus 2007 maakte de
minister van Visserij bekend dat hij geen nieuwe vangstquota zal vaststellen voor de walvisjacht,
omdat er geen markt meer is voor het vlees.
Aan het begin van de 21ste eeuw maakte de IJslandse financiële sector een snelle groei door
en het vormde uiteindelijk zelfs ongeveer een derde deel van de totale economie.

Bezienswaardigheden
Enkele bezienswaardigheden op IJsland zijn onder meer:
Nationaal Park
Jökulsárgljúfur
, het Nationaal Park
Skaftafell
, het Nationaal Park
Snæfellsnes
en het Nationaal Park
Þingvellir

Geisers
o.a.
Geysir
Strokkur

Watervallen
o.a.
Háifoss
Gullfoss
Dettifoss
Skógafoss
Goðafoss

Gletsjers
o.a.
Eyjafjallajökull
Mýrdalsjökull
Vatnajökull

Gletsjermeren
o.a.
Jökulsárlón

Vulkanen
o.a.
Hverfell
Kerið
Hekla

Fjorden in IJsland

Reykjavik
met o.a.
Hallgrímskirkja
en musea

Natuurbaden
zoals o.a.
Blue Lagoon

Walvissafari vanuit Reykjavik en
Húsavík
Landmannalaugar
Þórsmörk

de taal
De IJslanders spreken IJslands, de taal is te kwalificeren als Oud-noors. Buiten IJsland wordt de taal vrijwel niet gesproken, daarmee komt het aantal sprekers van het IJslands rond de 320.000.
IJslands is een Noord-Germaanse taal. De IJslandse taal is verwant met Faeröers Noors Deens en Zweeds. Het IJslands kwam in de 9e eeuw met de Noormannen naar IJsland, deze Noormannen spraken Oud-noors. Op het Europese continent heeft het Noors veel veranderingen ondergaan, onder andere door invloeden van het Plattduits. Zo heeft het moderne Noors ten opzichte van het Oud-noors minder naamvallen, ook is de grammatica eenvoudiger. Deze veranderingen
gingen voorbij aan de Oud-noors sprekende IJslanders, het Oudnoors dat in IJsland gesproken wordt is sinds die 9e eeuw weinig veranderd. Daarmee is het moderne IJslands een taal die
sterk lijkt op het Oudnoors. De
IJslanders zijn trots op hun taal en willen niet dat de taal vervlakt. Nieuwe woorden die nodig zijn om technologische of andere ontwikkelingen aan te
duiden worden meestal gemaakt door bestaande IJslandse woorden te combineren. Er bestaat zelfs een instituut dat hierop toeziet.
De IJslandse taal maakt gebruik van het Latijnse alfabet
aangevuld met een aantal lettertekens. Het alfabet bestaat uit 36 tekens.

Het IJslandse alfabet
Hoofdletters: A Á B D Ð E É F G H I Í J K L M N O Ó P R S T U Ú V X Y Ý Þ Æ Ö
Kleine letters: a á b d ð e é f g h i í j k l m n o ó p r s t u ú v x y ý þ æ ö

Bevolking
De IJslanders zijn nakomelingen van de Vikingen, vermengd met Schotse en Ierse immigranten. De meeste buitenlanders zijn Denen. Meer dan de helft van de bevolking leeft in Reykjavik en omgeving. In de periode 1750 tot 1850 lag de bevolking van IJsland stabiel op circa 50.000 personen. Nadien trad een geleidelijke uitbreiding op tot ongeveer 75.000 tegen het einde van de 19e
eeuw om vandaar te versnellen en op 1 januari 2011 telde het land 328.452 bewoners, bijna gelijk verdeeld over mannen en vrouwen. Het aandeel van de bevolking tussen 0 en 14 jaar
was 20,9%, tussen 15 en 64 jaar 66,8% en tenslotte was 12,3% van de bevolking 65 jaar en ouder. De levensverwachting bij geboorte lag in 2010 op 79,5 jaar voor mannen en op 83,5
jaar voor vrouwen. Het aandeel buitenlanders was 6,6%.
Geslachtsnamen worden op IJsland bijna niet gebruikt: de IJslanders bedienen zich van
patroniemen, zoals 'Karlsdóttir' ('dochter van Karl') of 'Grímsson' ('zoon van Grímur') (zie ook:
IJslandse namen). De voornaam is nog altijd belangrijker dan het patroniem: in telefoonboeken en andere alfabetische persoonslijsten wordt men op zijn voornaam gerangschikt.

bron: www.wikipedia.nl
www.ijsland-info.nl

3 opmerkingen:

  1. Interessant. En je hebt niks gevonden over ijslandse paarden. :p

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik wist eigenlijk niet zoveel over Ijsland. Vind het erg interessant. Familie van mij is er een keer geweest. Ik vond het af en toe wel een beetje lang...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. IJsland lijkt mij ook een prachtig land! Ik ben er helaas nog nooit geweest

    BeantwoordenVerwijderen